Dukenburg
Dukenburg is een stadsdeel gesitueerd aan de zuidwestkant van Nijmegen. In 1965 werd een begin gemaakt met het bouwen op de plaatselijk vrij natte grond.
Geschiedenis
Dukenburg dankt zijn naam aan het landgoed De Dukenburg dat hier vanaf de 14de eeuw heeft gelegen. Oude naamvormen zijn Duckenbourg, Duckenburg en Dukkenburg. De Franse historicus Jacques-Auguste de Thou gebruikte in 1604 in Historiae sui temporis de latijnse naam Dukenborgum. De Nijmeegse dichter Hans Kasper Arkstee beschreef het in Nijmegen, de oude hoofdstad der Batavieren: in dichtmaat beschreven (1733) als "een plaats (...) wier schoonheên hart en oog ontvonken".
Het 14e-eeuwse kasteel Dukenburg (Duckenburg) is in de 17e eeuw gesloopt voor nieuwbouw die niet heeft plaatsgevonden. De kasteelheer Willem van Schuylenburg verbouwde het koetshuis, ook orangerie, tot tijdelijk woonhuis. De rechtervleugel van deze orangerie bestaat nog steeds, evenals het in de 17e eeuw gegraven grand canal, al is dit door een weg en een flat in tweeën gedeeld. Ook zijn fragmenten van oude lanen terug te vinden in het stadsdeel, vooral in de wijken Lankforst en Meijhorst.
Er waren in de zestiger jaren diverse opties voor stadsuitbreiding, onder andere de Ooijpolder en het gebied ten noorden van de Waal, Lent en omgeving (de huidige Waalsprong). In het Structuuronderzoek van 1963 koos Nijmegen aanvankelijk voor de ontwikkeling van de Ooijpolder. De Ooijpolder viel af vanwege haar waardevolle natuurschoon. Ook latere plannen voor bebouwing van de Ooijpolder werden in 1972 door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening afgewezen. Uitbreiding in de Over-Betuwe, de huidige Waalsprong, waren niet haalbaar omdat het gebied bij de gemeente Elst hoorde, er veel glastuinbouw was en de Waal toen meer als barrière gezien werd. Het in 1963 grotendeels onbebouwde gebied tussen de Goffert en het kanaal lag weliswaar dichter bij de stad, maar was versnipperd bezit van veel eigenaren. Het landgoed Dukenburg had als voordeel dat er slechts één eigenaar was. Gekozen werd daarom om te bouwen aan 'de overkant' van het in 1925 aangelegde Maas-Waalkanaal, al lag dat ver van het stadscentrum verwijderd.
In Dukenburg bevond zich in de ondergrond een zeer uniek restant van een verwilderd riviersysteem uit het late Pleistoceen. Dit landschap is ontstaan na de laatste ijstijd, toen veel water werd afgevoerd door een groot aantal ondiepe geulen die zich regelmatig verlegden. Vanuit wetenschappelijke hoek is eind jaren 60 nog verzet tegen de bebouwing van de Dukenburg geweest. De plannen zijn wel doorgegaan, maar op onderdelen enigszins aangepast. Zo is een deel van dit uniek verwilderde riviersysteem aanwezig in het park Staddijk aan de westrand van Dukenburg. Ook bevinden zich aan de oostzijde van Dukenburg sandrs, puinwaaiers van grof zand, gevormd door smeltwater dat in het Saalien vanaf de stuwwal in het oostelijk deel van Nijmegen stroomde. In de niet bebouwde Geologenstrook aan de Van Schuylenburgweg zijn de restanten van deze waaiers nog aanwezig.
Stedenbouwkundige Anton Olivier koos er samen met de gemeente Nijmegen voor om Stadsdeel Dukenburg op te zetten met veel groen en laagbouw. Later is er een aanzienlijke hoeveelheid flats bijgebouwd vanwege de woningnood. Het bouwen van dit stadsdeel stond garant voor een stadsuitbreiding met zo'n 25000 tot 30000 inwoners.
Veel van de bestaande bomenlanen en bosjes zijn gespaard zodat het stadsdeel van het begin af aan al een groene indruk maakte. Ook is een deel van de historische bebouwing blijven staan, zoals het koetshuis van het voormalige Huis Duckenburg, het Tolhuis aan de Teersdijk en een aantal historische boerderijen.
Op 22 april 1966 werd begonnen met de bouw; de eerste bewoners vestigden zich in februari 1967 in Aldenhof, spoedig daarop volgden Malvert en Lankforst. Het stadsdeel heette destijds Groot-Dukenburg, naast de al bestaande wijk Dukenburg. Dit gaf verwarring. In 1969 werd de wijk Dukenburg omgedoopt tot Meijhorst en werd Groot-Dukenburg stadsdeel Dukenburg. De beginjaren kenmerkten zich door een pioniersgeest en een grote solidariteit, en vanaf de stichting van het stadsdeel is een bloeiend verenigingsleven ontstaan. De oudste vereniging, opgericht al in februari 1968, is Sport-en-Ontspanningsvereniging Groot-Dukenburg. Die organiseerde van alles: gymnastiek voor dames, hobbymiddagen voor kinderen, een drumband, de Dukenburgmars, een fotoclub. In maart 1968 werd Scouting Karel de Stoute opgericht en in april 1968 ging de eerste jongerensoos Lamandy, voorloper van jongerencentrum Staddijk 41, van start. September 1968 luidde de start van aquariumvereniging Casa Aqua in. In 1969 kwamen op initiatief van het toenmalige W.O.O. (Wijkopbouworgaan) meerdere initiatieven voor sportclubs van de grond: Badmintonclub Dukenburg, Bridgeclub Kwetsbaar '70, tennisvereniging Smash '70, een volleybalclub, een judoclub, etc.; in 1971 werd het V.A.D. (Vakantieactiviteiten Dukenburg) opgericht, die naast diverse andere jeugdactiviteiten het kinderbouwdorp Dukendam organiseerde, een evenement dat in de beginjaren tot 1400 kinderen trok en in 2012 voor de 40e keer gehouden wordt. [1]
Na de oudste 4 wijken werden ook Tolhuis, Weezenhof en als laatste Zwanenveld aangelegd waarmee het inwonertal opliep tot boven 25000 in 1975. Dit aantal is nog gestegen tot boven 30.000, maar is door vergrijzing weer sterk gedaald naar zo'n 23.000. Hart voor Dukenburg en masterplan Dukenburg zijn recente plannen voor grootschalige verdichtende nieuwbouw in dit stadsdeel. Mede vanwege deze plannen hebben bewoners zich recent verenigd in 7 wijkplatforms onder een overkoepelend bewonersplatform De Zevensprong. Door de recente economische crisis zijn vrijwel alle bouwplannen stopgezet.
Aan de zuid- en westzijde liggen de groene gebieden Vogelzang en Staddijk, waar geen stadsuitbreiding heeft plaatsgevonden.
Bereikbaarheid
Stadsdeel Nijmegen Dukenburg is vanaf het centrum van Nijmegen bereikbaar via het spoor, via enkele stads- en streekbuslijnen en middels drie bruggen over het Maas-Waalkanaal (de Graafsebrug, Dukenburgsebrug en Hatertsebrug). Ook is dit stadsdeel ontsloten middels afslag 2 (Nijmegen-Dukenburg) van de A73 en de oude rijksweg Nijmegen-'s-Hertogenbosch (N324/Graafseweg). Het treinstation 'Nijmegen Dukenburg' ligt aan de spoorlijn Nijmegen-'s-Hertogenbosch. Het eerste stationsgebouw werd in 1986 gebouwd door architect P.A.M.J. Corbey en in 1996 werd het gebouw vervangen door een gebouw van de architect Th.J.B. Fikkers. Vanaf het naastgelegen busstation 'Station Dukenburg' vertrekken bussen naar alle windrichtingen, naar het centrum van Nijmegen en de wijken van Dukenburg, maar ook naar Wijchen lijnen 13 en 15, Grave lijn 99 en Beuningen lijn 11 en 87. Naast Station Nijmegen Dukenburg bevindt zich het gelijknamig winkelcentrum.
Voorzieningen
De meest in het oog springende voorziening van stadsdeel Dukenburg is sinds 1975 het gelijknamige winkelcentrum in combinatie met het station Dukenburg en het gelijknamige busstation. In het winkelcentrum bevinden zich zo'n 100 winkels waar niet alleen wijkbewoners winkelen maar ook bewoners van naburige gemeenten. Alhoewel dit winkelcentrum zo'n 6 km buiten het centrum van Nijmegen ligt, moet men hier betalen om te parkeren. Daarnaast bevinden zich in het stadsdeel drie wijkwinkelcentra (Malvert, Meijhorst en Weezenhof), het sportfondsenbad Dukenburg, het wijkcentrum Dukenburg, Sporthal Meijhorst, meerdere gymnastiekzalen, en het Triavium (een schaatsbaan en evenementencomplex). In stadspark Staddijk ligt een groot aantal sportvelden.
Het stadsdeel Dukenburg is gelegen nabij het bedrijventerrein Bijsterhuizen. Langs de Wijchenseweg in het aangrenzende stadsdeel Lindenholt bevinden zich een woonboulevard en discotheek 'The Matrixx'.
Populariteit
Dukenburg is het stadsdeel met het meeste groen. Alle wijken van "slaapstad" Dukenburg kenmerken zich door een rustig en kindvriendelijk karakter. Stadsdeel Dukenburg is geliefd bij allochtonen (vanwege het ruime aanbod van betaalbare huurflats[3]). Dukenburg is minder populair bij de studenten van Nijmegen. De reden hiervoor is de afstand van de wijken tot het centrum en de universiteit.
Ook had stadsdeel Dukenburg, vooral rond 2000, een minder positief imago vanwege overlast door drugshandel en klein vandalisme in bepaalde wijken. Veruit het grootste deel van de problemen kwam voor rond het winkelcentrum en het jongerencentrum in de centraal gelegen wijk Meijhorst, maar als 'aanpakwijk' is ook deze wijk in de jaren 2002-2006 goed vooruitgegaan. Cijfers laten zien dat de overlast in de rest van het Stadsdeel de laatste jaren aanzienlijk is afgenomen.
Bewoners zijn verenigd in zeven wijkplatforms met daarboven de overkoepelende organisatie Stichting De Zevensprong.