Macarons

Verwarm de oven voor op 160 graden en bedek een bakplaat met bakpapier.
Zeef amandelpoeder en poedersuiker en meng het door elkaar.
Klop de eiwitten stijf met een mespuntje zout.
(Zorg ervoor dat de kom helemaal vetvrij is, bijvoorbeeld door citroensap te gebruiken.)
Wanneer de eiwitten de dikte van yoghurt hebben, is het luchtig genoeg en voeg je de suiker er lepel voor lepel bij.
Meng de suiker goed met het mengsel voordat je nieuwe suiker toevoegt.
Klop het mengsel op totdat het mooi glanzend en stijf is.
Voeg de kleurstof (bijvoorbeeld chocoladepoeder) toe, klop nog even en schep het suiker-amandelmengsel er doorheen.
Het mengsel moet langzaam van de lepel af kunnen druipen.
Vul een spuitzak met het mengsel en spuit kleine ‘hoopjes’ macarons op het bakpapier.
Laat de macarons vervolgens 30 minuten uitharden. Het mengsel mag niet plakkerig meer zijn!
Bak de macarons 10 tot 15 minuten af in de oven.
De bovenkant moet knapperig worden en de onderkant droog. Vervolgens maak je de vulling: was de aardbeien en pureer ze met een staafmixer samen met de poedersuiker in een kom.
Verwarm het aardbeienmengsel en voeg het in een kom bij de in stukjes gehakte chocolade. Smelt al roerende de chocolade en laat het 60 minuten opstijven in de koelkast.
Spuit met een spuitzak wat van het aardbeien-chocolademengsel op één van de macarons.
Dek het af met een tweede macarons. Laat het nu 15 minuten staan.

Geniet van je zelfgemaakte macarons (je kunt ze 2 tot 3 dagen bewaren in de koelkast).