de bus
Man en frouw staon met hullie nege kiender bij de bushalte. Nuir enkele minute kumt der oek un bliende man bij. As de bus bij de halte kumt sien se da die prakties fol sit en allenig de frouw en de kiender kenne der nog ien. De eggenoot en de bliende man besluute um te foet te gaon. Nuiru'n peuske fiendt de man ut ferfelend, altied ut getik fan de stok fan de bliende te heure en seit um:”wuirum set je gin stuk rubber aon ut einde fan je stok? Fan da getik wurd ik gek.” de bliende reageert hierop: ”Iendien jij un stuk rubber aon ut einde fan jouw stok had gedaon, saote wij nou ien de bus, dus swieg!”
Man en vrouw staan met hun negen kinderen bij de bushalte. Na enkele minuten komt er ook een blinde man bij. Als de bus bij de halte komt zien ze dat die praktisch vol zit en alleen de vrouw en de kinderen kunnen er nog in. De echtgenoot en de blinde man besluiten om te voet te gaan. Na een poosje vindt de man het vervelend, altijd het getik van de stok van de blinde te horen en zegt hem:”Waarom zet je geen stuk rubber aan het einde van je stok? Van dat getik word ik gek.” De blinde reageert hierop: ”Indien jij een stuk rubber aan het einde van jouw stok had gedaan, zaten wij nu in de bus, dus zwijg!”