ik wil dat jij de villa's op de Kwakkenberg nimt
Een man ligt te wachte en weet dat zijn einde nabij is. Aon sien bed sit de verpleegster, sien vrouw, sien dochter en sien zonen.
Hij richt zich tegen zijn zonen en zegt:
Peter, ik wil dat jij de villa's op de Kwakkenberg nimt.
Gerard, Ik wil dat jij de kantoren op ut Westkanaaldijk nimt.
Truus, jij kriegt de flatgebouwe bij ut winkelcentrum Dukenburg.
Sara, mien liefste vrouw, nim jij de residentie gebouwen ien de stad.
De verpleegster is sprakeloos terwijl ze dit aanhoort.
Kort daarna overlijd de man en de verpleegster zegt tegen Sara:
Mevrouw wat is uw man toch een hardwerkende man geweest gezien hij zoveel eigendommen verworven heeft.
Eigendommen? zegt Sara: Hij had ut over zijn krantenwijk!
Hij richt zich tegen zijn zonen en zegt:
Peter, ik wil dat jij de villa's op de Kwakkenberg nimt.
Gerard, Ik wil dat jij de kantoren op ut Westkanaaldijk nimt.
Truus, jij kriegt de flatgebouwe bij ut winkelcentrum Dukenburg.
Sara, mien liefste vrouw, nim jij de residentie gebouwen ien de stad.
De verpleegster is sprakeloos terwijl ze dit aanhoort.
Kort daarna overlijd de man en de verpleegster zegt tegen Sara:
Mevrouw wat is uw man toch een hardwerkende man geweest gezien hij zoveel eigendommen verworven heeft.
Eigendommen? zegt Sara: Hij had ut over zijn krantenwijk!