Potje Golf
Twee vriendinnen spelen een potje golf op een zonnige zaterdagmorgen. Bij de zevende hole gaat 't mis. Eén van de vrouwen raakt de bal volkomen verkeerd en ziet het ding tot haar afgrijzen regelrecht op een groepje mannen af suizen. En ja hoor, bam! Eén van de mannen stort ter aarde, gillend van de pijn, terwijl hij met zijn handen naar zijn kruis grijpt. De vrouw rent geschrokken naar de man toe en put zich uit in excuses. "Laat me je helpen," zegt ze, "ik ben fysiotherapeut, en ik weet hoe ik de pijn zou kunnen verzachten, als je me toestaat." "Neeeeeeeee, auwauwauw, nee hoor, auw, het gaat wel weer, over een minuutje," kreunt de man, rollend over de grond in de foetushouding. "Heus, ik sta erop," houdt de vrouw vol, "je zult zien dat ik echt goed ben." "Nou, vooruit dan maar," kreunt de man.
Daarop legt de vrouw de handen van de man opzij, opent zijn gulp, brengt haar hand naar binnen en begint hem zachtjes te masseren. "Nou...hoe voelt dat?" vraagt de vrouw verwachtingsvol.
"Ja, heerlijk," antwoordt de man, "maar mijn duim doet nog steeds verschrikkelijk veel pijn!"
Nimwèègs:
twee friendinne speule 'n putje gollef op 'n sonnige saoterdagmurrege. bij de seufende hole git 't mis. een fan de frouwe rakt de bal folkomme ferkeerd en siet 't ding tot huir afgriese regelrech op 'n gruupke manne af suuse. en jao heur, bam! een fan de manne sturt ter uirde, gillend fan de pien, onderdehand da hij met sien hande nuir sien kruus griept. de frouw rent gesrokke nuir de man toe en put sich uut ien excuses. "laot me je hellepe," seit se, "ik bin fysiotherapeut, en ik wit hoe ik de pien sou kenne fersachte, a'je me toestit." "neeeeeeeee, auwauwauw, nee heur, auw, 't git wel weer, ofer 'n minuutje," kreunt de man, rollend ofer de grond ien de foetushouding. "heus, ik staoj erop," houdt de frouw fol, "je sult sien da ik ech goed bin." "nou, feuruut dan mar," kreunt de man.
duirop leit de frouw de hande fan de man opsij, opent sien gullep, brengt huir hand nuir binne en begient 'm sachjes te massere. "nou...hoe fuult da?" fraogt de frouw ferwachtingsfol.
"jao, heerlik," antweurdt de man, "mar mien duum duut nog steeds fersrikkelik feul pien!"